Bedrijven moeten concurreren en moeten daarom de beste producten tegen de beste prijs bieden. Anders gaat de consument naar een ander. In een vrije markt concurreren bedrijven en haalt de consument hier voordeel uit.
Soms proberen bedrijven de concurrentie te beperken. Om te zorgen dat de markt goed blijft functioneren, moeten autoriteiten zoals de Commissie concurrentieverstorend gedrag voorkomen of ongedaan maken. De Commissie houdt toezicht op:
- misbruik van machtspositie : een onderneming met een sterke positie op de markt probeert concurrenten van de markt te verdrijven
- afspraken tussen ondernemingen die de concurrentie beperken: kartels en andere onwettige overeenkomsten waarbij ondernemingen afspreken niet met elkaar te concurreren en hun eigen regels proberen vast te stellen
- fusies, overnames, joint ventures e.d.: toegestaan als zij de markten ontwikkelen en de consument hiervan kan profiteren
- staatssteun, d.w.z. financiële steun van nationale overheden voor bedrijven: toegestaan als het de concurrentie tussen ondernemingen in de EU niet verstoort en de economie niet schaadt
- de liberalisering van de transport-, energie-, post- en telecommunicatiesectoren. Vroeger waren dit staatsmonopolies. Het is belangrijk dat bij de liberalisering geen oneerlijk voordeel ontstaat voor deze vroegere monopolies.
- samenwerking met de nationale mededingingsautoriteiten die toezien op de EU-concurrentieregels om te zorgen dat die EU-concurrentieregels in de hele EU op dezelfde wijze worden toegepast